Kleding

Wat trek je aan?

"Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel"
 

Dit is een bekend Noors gezegde. En als je op zoek gaat naar het Noorderlicht is niets minder waar. In het poolgebied kan het ’s winters namelijk extreem koud worden! Hoe koud precies is onder andere afhankelijk van je bestemming en reisperiode. Als voorbeeld neem ik Zweeds Lapland, waar de gemiddelde temperatuur in januari -14.1? is en regelmatig kan dalen tot -30?. Je kunt je voorstellen hoe belangrijk het dan is om goed aangekleed te zijn als je ’s nachts op pad wilt gaan. Zeker als je van plan bent om langere tijd buiten te blijven.

Wat trek je dan aan? Het sleutelwoord is laagjes… wat mij betreft veel laagjes! De basis is het zogenaamde 3-lagensysteem, bestaande uit 1) een basislaag (‘base-layer’), 2) een tussenlaag (‘mid-layer’) en 3) een buitenlaag (‘shell-layer’). In arctische omstandigheden is het verstandig om daar nog een vierde laag aan toe te voegen.


Basislaag

De onderste laag is misschien wel het belangrijkste. Omdat deze laag direct op de huid zit, is het van belang dat deze laag vocht van de huid opneemt en nog belangrijker: ‘doorgeeft’ aan de volgende laag. Katoen neemt het vocht bijvoorbeeld wel op, maar houdt het vast. Hierdoor gaat het uiteindelijk koud aanvoelen. Kies daarom voor een synthetische of (merino)wollen onderlaag. Mijn keuze? Merinowol. Merinowol jeukt niet, reguleert temperatuur zelfs als het nat is, is anti-bacterieel en voorkomt vervelende geurtjes. En bij 99,9% van de mensen jeukt het ook niet, anders dan gewone wol. Heel belangrijk bij het kopen van kleding van merinowol is om na te gaan of het diervriendelijk geproduceerd is. Helaas worden niet alle schapen even goed behandeld. Merken waarvan je met een gerust hart merinowol kunt kopen zijn bijvoorbeeld: Bergans, Dilling en Icebreaker.


Tussenlaag

De tweede laag is de zogenaamde tussenlaag of ‘mid-layer’. De belangrijkste functie van deze laag is om de warmte die je lichaam produceert vast te houden. Het is dus belangrijk dat deze laag goed isoleert. De keuze van je middenlaag is afhankelijk van de weersomstandigheden. Een goede optie is fleece. Fleecevesten of -truien heb je in verschillende diktes en hebben als voordeel dat ze ook goed vocht afvoeren. Een andere optie voor de tussenlaag is een synthethisch vest of jack. Dit materiaal is misschien niet heel licht, maar kan uitstekend warmte vasthouden, zelfs als het nat is.    

In echt koude omstandigheden is het aan te raden om zelfs twee tussenlagen over elkaar te dragen. Dit doe ik meestal. Zorg in dat geval dat je de lagen niet te strak over elkaar draagt, maar dat er een beetje ruimte tussen zit. De lucht tussen de lagen wordt door je lichaam verwarmd en zorgt voor extra isolatie.
 

Buitenlaag

De buitenlaag moet bescherming bieden tegen de elementen. Een goede buitenlaag beschermt je tegen wind en regen en moet ook goed vocht af kunnen voeren. Afhankelijk van de weersomstandigheden zijn er weer verschillende opties. Het belangrijkste is dat je ‘shell’ winddicht is, maar voor arctische omstandigheden zou ik een waterdichte ‘hard-shell’ aanraden. Bij het kopen van een hard-shell is het verstandig om er in ieder geval op te letten dat de naden en ritsen voldoende waterdicht zijn afgewerkt.
 

De vierde laag

‘Vierde laag? We waren toch klaar?’ Nee, als het gaat om situaties waarin je veel stilzit of -staat, dan is het aan te raden om nóg een laag toe te voegen. Bij georganiseerde reizen en activiteiten zoals sledehonden- en sneeuwscootertochten krijg je vaak nog een thermo overall uitgereikt om over je hele set aan te trekken. Dit is geen overbodige luxe bij temperaturen ver onder nul! Zelf heb ik een dikke, wind- en waterdichte donsparka als vierde laag. Even een investering, maar mocht je vaker in de winter naar het hoge noorden willen gaan zeker de moeite waard. Ook hierbij is het belangrijk om weer na te gaan of het dons (zo) diervriendelijk (mogelijk) geproduceerd is. Kijk bijvoorbeeld of het product een label bevat van een dons standaard, zoals RDS of Downpass. Merken die alleen producten met zo’n label verkopen zijn bijvoorbeeld Bergans, Arc’teryx en Berghaus.
 

Hoofd en nek

De meeste warmte verlies je via je hoofd, dus heel belangrijk om een dikke muts en sjaal mee te nemen! Een balaclava (met daaroverheen een dikke muts en sjaal) is aan te raden als het echt heel erg koud is.
 

Handen en voeten

Na je hoofd zal de meeste lichaamswarmte verloren gaan via je handen en voeten. Het is vooral belangrijk dat je handen en voeten zo droog mogelijk blijven en beschermd worden tegen wind en regen. Hier geldt hetzelfde als voor kleding: laagjes!

Voeten

Ik heb snel koude voeten, dus afhankelijk van hoe koud het is trek ik 2 of 3 paar sokken aan. Ook hier kies ik graag voor merinowol. In ieder geval trek ik altijd een zogenaamde dunne ‘liner’ en daarover een dikke sok aan en soms nog een laag ertussen. Geen katoen, want dat houdt vocht vast en wordt koud. Verder raad ik goede sneeuwlaarzen aan, waterdicht en met voldoende profiel. Goede merken zijn Kamik en Sorel, maar bijvoorbeeld ook bij winkels als Decathlon kan je goede sneeuwlaarzen vinden.   

Handen

Wanten zijn over het algemeen warmer dan handschoenen. Onderhandschoenen (‘liners’) zijn aan te raden. Zelf heb ik een set van de Heat Company, bestaande uit een liner en dikke wanten die je open kunt ritsen. Heel handig voor fotografie!
 

Lat but not least: heat packs!

Voor extra warmte raad ik zogenaamde ‘heat packs’ aan, zeker in extreem koude omstandigheden. Deze doe je bijvoorbeeld in je schoenen en handschoenen en ze geven urenlang warmte af. Je kunt deze van allerlei merken kopen. Zelf ben ik fan van de heat warmers van de Heat Company. Elk tripje gaat er een doosje handwarmers en ‘insole foot warmers’ mee.