Fotografie

Hoe fotografeer je het Noorderlicht?

Noorderlicht fotografie is niet de makkelijkste tak van fotografie, maar wel één van de leukste! Waarom? De hele ervaring: de (soms extreme) omstandigheden, de onvoorspelbaarheid van het Noorderlicht en de oneindige creatieve mogelijkheden! Een goede voorbereiding is bij Noorderlicht fotografie het halve werk. Lees je daarom goed in en zorg dat je je camera goed kent. In het donker is het namelijk best lastig om de juiste knopjes te vinden... Zeker als je dikke handschoenen aan hebt! Bovendien kan het Noorderlicht ineens aan de hemel verschijnen en dan wil je natuurlijk meteen aan de slag kunnen.


Wat heb je nodig om het Noorderlicht te fotograferen?

Camera

Uiteraard heb je een camera nodig! Dit moet een camera zijn waarbij je handmatig het diafragma, de sluitertijd, ISO en focus in kunt stellen. Je komt dan al gauw bij een spiegelreflex- of een systeemcamera uit. Het beste is een lichtgevoelige camera, die hoge ISO's goed aan kan. Als je de mogelijkheid hebt, dan kun je om die reden het beste voor een zogenaamde fullframe camera kiezen. 


Lens

Een goede lens is misschien nog wel belangrijker dan je camera. Voor Noorderlicht fotografie kies je voor een lichtsterke groothoeklens. Wat mij betreft kan de hoek niet groot genoeg! Ik raad in ieder geval aan te kiezen voor een groothoeklens van 24mm of breder. Voor de lichtsterkte geldt: hoe sneller hoe beter. Bij snelbewegend Noorderlicht wil je de sluitertijd namelijk zo kort mogelijk houden om de structuur zo goed mogelijk vast te kunnen leggen. Een lichtsterkte van f/2.8 of f/4.0 wordt vaak als uitgangspunt genomen voor Noorderlicht fotografie. Een lichtsterkte van f/2.4 of zelfs f/1.8 maakt echter een groot verschil. Ter illustratie een foto gemaakt met een lichtsterkte van f/4.0 (links) en een lichsterkte van f/1.8 (rechts) bij snelbewegend Noorderlicht:

 


Statief

Omdat je bij Noorderlicht fotografie met relatief lange sluitertijden werkt, heb je een statief nodig. De (soms extreme) weersomstandigheden waarin je fotografeert vragen daarbij om een stevig statief. Houd er aan de andere kant ook rekening mee dat je het mee op reis moet nemen, dus dat het ook niet te groot en te zwaar is. Een statief van carbon is daarom een hele goede optie. Deze statieven zijn sterk en stabiel en tegelijkertijd heel licht. Het nadeel is dat deze statieven over het algemeen vrij prijzig zijn. Een statief van aluminium kan om deze reden een goed alternatief zijn. Het nadeel is dat aluminium weer iets zwaarder is. Waar je verder op moet letten bij het kopen van een statief:   

  • Het minimaal draaggewicht moet voldoende zijn om je body plus een lichtersterke lens te dragen. Dit zijn over het algemeen zware lenzen. 
  • De minimale en maximale werkhoogte van het statief is ook iets om rekening mee te houden. Het is heel fijn om vanaf een comfortabele hoogte te kunnen fotograferen. Dat wil zeggen staand, zonder kromme rug. Het statief moet daarom voldoende hoog zijn. Aan de andere kant kan het ook juist hele gave plaatjes geven om vanaf een laag standpunt te fotograferen. Daarom is het ook fijn als je met je met je statief laag vanaf de grond kunt fotograferen. 
  • Als laatste is een degelijk balhoofd belangrijk, dat soepel beweegt en je ook makkelijk en snel omhoog kunt richten.   


Dat was het toch... of niet?

Zeker niet! Vergeet namelijk ook niet om extra batterijen (gaan sneller leeg in koude omstandigheden) en extra geheugenkaartjes mee te nemen. Daarnaast is een hoofdlamp een echte 'must'. Een goede hoofdlamp heeft een rood licht-functie en meerdere wit licht-niveaus. De rood licht-functie gebruik je bijvoorbeeld als je je camera-instellingen aan wilt passen. Mede-fotografen hebben dan nauwelijks last van jouw hoofdlamp. Als laatste is het aan te raden om gebruik te maken van een draadloze afstandsbediening. Dit heeft drie voordelen: 1) je hoeft de camera niet aan te raken om af te drukken, dus hiermee voorkom je bewegingsonscherpte; 2) je hoeft niet naast je camera te blijven staan, dus je kunt bijvoorbeeld ook makkelijker zelfportretten maken; en 3) Je kunt je handen in je zakken houden... Lekker warm!

Mijn 'basis-uitrusting' voor een avond op jacht naar het Noorderlicht ziet er als volgt uit:

Van linksboven naar rechtsonder: camertas ('all weather'), lichtsterke groothoeklens, fullframe camera, extra geheugenkaartjes, statief, schoonmaaksetje, hoofdlamp, (minimaal) 2 extra batterijen, afstandsbediening, heat packs. Vaak neem ik nog een tweede body en/of een andere lens mee.


Instellingen

Voorbereidend

Zoals ik bovenaan al schreef: een goede voorbereiding is bij Noorderlicht fotografie het halve werk. Maak je camera daarom binnen (waar het licht en warm is) al 'start-klaar'. Doorloop hierbij de volgende stappen: 

  • Schroef je zonnekap op je lens.
  • Verwijder eventuele filters (bijv. UV-filter).
  • Verlaag de helderheid van LCD-scherm, zodat je een realistischere preview krijgt van het eindresultaat.
  • Kies voor RAW-formaat, om in de nabewerking zoveel mogelijk uit je foto's te kunnen halen. 
  • Stel je diafragma, ISO en sluitertijd alvast in (uitleg volgt verderop).


Focus

Eenmaal buiten is een belangrijke eerste stap om de focus goed in te stellen. Uitgangspunt hierbij is dat de sterren op je foto mooi scherp zijn. Ik raad je aan de volgende stappen te doorlopen:

  1. Zet de lens op manual focus (meestal 'MF').
  2. Richt je camera op een felle ster.
  3. Zet Liveview-functie aan. Als je je diafragma, sluitertijd en ISO al hebt ingesteld, dan zie je nu sterren. 
  4. Zoom verder in op de felle ster.
  5. Draai nu aan de focusring van de lens om de ster zo scherp mogelijk in beeld te krijgen. 
  6. Maak een testshot en controleer of de sterren scherp zijn. Zo ja? Dan heb je je focus goed ingesteld. Bij sommige lenzen kun je de focus nu ‘locken’, zodat je niet per ongeluk aan de focusring kunt draaien.
  7. Check tijdens het fotograferen regelmatig of de focus nog juist ingesteld is. Het gebeurt regelmatig dat je per ongeluk aan de focusring draait, bijvoorbeeld bij het verplaatsen van de camera. Om dit te voorkomen kan het overigens heel handig zijn om de focusring vast te plakken met een stukje tape.


Help, mijn camera heeft geen Liveview-functie, wat nu?! Geen zorgen, dit zal je iets meer tijd kosten, maar het is niet veel moeilijker. Om te beginnen: draai je focusring naar het oneindig-teken (∞). Maak nu eerst een testshot. Controleer of de foto scherp is door in te zoomen op de sterren. Zo niet? Draai een heel klein beetje aan de ring en probeer het nog eens. Doe dit net zo lang totdat je tevreden bent. 


Diafragma

Bij Noorderlicht fotografie begin je eigenlijk altijd met een zo'n groot mogelijk diafragma (oftewel, een zo laag mogelijke diafragma-waarde). Zo valt er zoveel mogelijk licht op je sensor. In principe pas je je diafragma niet aan tijdens het fotograferen. Tenzij je wat meer scherpte zoekt op de voorgrond van je foto. Het nadeel van een groot diafragma is namelijk dat je scherptediepte verliest. Daarom kan het in sommige gevallen wenselijk zijn om met een iets kleiner diafragma te werken.


ISO

ISO een handig hulpje bij Noorderlichtfotografie. Dit beetje 'extra licht' kan je namelijk helpen. Bijvoorbeeld als het heel donker is (tijdens nieuwe maan) of als je met korte sluitertijden wilt werken. Te hoge ISO-waardes zorgen echter voor ruis op je foto (oftewel, je foto wordt 'korrelig). Het is sterk afhankelijk van je camera wat nog een acceptabele ISO-waarde is zonder dat je foto te korrelig wordt. Vooral bij instap-modellen is het belangrijk ervoor te waken om niet met te hoge ISO-waarden te werken. Ik raad aan om te beginnen met een ISO van 800 of 1600 en vanuit daar te kijken hoe ver je kunt gaan. 


Sluitertijd

Misschien wel de belangrijkste instelling: de sluitertijd. De sluitertijd pas je aan op de vorm van het Noorderlicht is en hoe snel het beweegt. Over het algemeen geldt dat hoe intenser en dynamischer het Noorderlicht is, hoe korter de sluitertijd is die je nodig hebt om de vorm en beweging in je foto te bevriezen. Onderstaande voorbeelden kun je als richtlijn gebruiken:

  • Bij vaag, statisch Noorderlicht kun je een wat langere sluitertijd gebruiken, bijvoorbeeld tussen de 15 en 25 seconden. Het voordeel van een lange sluitertijd is dat je meer sterren op de foto ziet. Te lange sluitertijden zijn niet aan te raden (langer dan 30 seconden), omdat de sterren dan streepjes kunnen worden. 


     
  • Bij bewegelijk Noorderlicht, dat je goed met het blote oog kunt zien, kun je beter voor een wat kortere sluitertijd kiezen. Denk bijvoorbeeld aan tussen de 6 en 12 seconden.

    IMG_8153-bewerkt (1).jpg
  • Bij heel krachtig en snelbewegend Noorderlicht kies je bij voorkeur voor een zo kort mogelijk sluitertijd, van 0.5 tot 3 seconden. Zo zie je zoveel mogelijk structuur en minimaliseer je overbelichting. Om met zulke korte sluitertijden te werken is het soms handig om ook je ISO te verhogen.



Histogram

Om te controleren of je de juiste belichting gebruikt is het handig om gebruik te maken van je histogram. Misschien heb je altijd gedacht dat dit een nietszeggend grafiekje was, maar ik beloof je: daar kom je van terug! Het histrogram is een grafische weergave van de belichting van je foto. Helemaal links bevindt zich 100% zwart, oftewel geen licht. Helemaal rechts bevindt zich 100% wit, oftewel het felste licht dat je camera kan registeren. Er tussenin bevindt zich een continuüm van alle grijstinten. Van links naar rechts: zwarte tinten, schaduwen, middentonen, hooglichten en witte tinten. De hoogte van het grafiekje geeft aan in welke mate een bepaalde lichtintensiteit aanwezig is (uitgedrukt in aantal pixels).

In het donker lijkt een foto op LCD-scherm al snel helderder dan deze in werkelijkheid is. Het histogram is dan betrouwbaarder. Omdat je in de nacht fotografeert is het logisch als je histogram enigszins naar links neigt; het is immers een donkere setting! Maar ook weer niet te veel, dan is je foto mogelijk onderbelicht. Controleer verder of bepaalde delen van je foto juist niet overbelicht zijn. Dit wil nog wel eens gebeuren als het Noorderlicht heel intens is. Je controleert dit door te kijken of het histogram het rechter 'muurtje' niet (te veel) raakt. Hieronder zie je een voorbeeld van een goed belichte Noorderlicht foto met bijbehorend histogram. Je ziet dat de piek iets naar links neigt, maar niet te veel. Soms neigt de piek nog iets meer naar links; dit is ook afhankelijk van de setting, de intensiteit van het Noorderlicht en wat je zelf mooi vindt natuurlijk! Zie dit slechts als een richtlijn.

 



Compositie

Je eerste Noorderlicht foto's zullen waarschijnlijk vooral om het Noorderlicht zelf draaien. Maar als je het een beetje onder knie hebt dan is het ook leuk om naar de compositie te gaan kijken. Zeker bij wat vaag Noorderlicht kan dit toch hele leuke, creatieve foto's opleveren. Dit is lastig te zien in het donker, dus ik raad aan om hier overdag al naar te kijken. Houd er bij het uitdenken van je composities rekening mee dat het Noorderlicht meestal in het noorden verschijnt. Leuke elementen voor de voorgrond kunnen zijn: bomen, rotsen, een tipi of lavu (met klein lichtje erin), water of ijs (voor de reflecties) of natuurlijk jezelf!


Hoe ga je te werk?

Je hebt nu gelezen wat je nodig hebt om het Noorderlicht te fotograferen en hoe je je camera goed in kunt stellen. Maar hoe ga je nu precies te werk? Hiervoor heb ik een 10-stappenplan gemaakt. Copy paste het, print het uit en zorg dat je het op zak hebt tijdens je Noorderlicht avontuur als geheugensteuntje.

  1. Zet binnen alvast je camera-instellingen goed. Begin met je grootste diafragma (bijv. f/2.8), een sluitertijd van 15 seconden en ISO van 1600. Check ook of je bestandformaat juist is ingesteld (ik raad aan RAW) en pas eventueel de helderheid van je LCD-scherm naar beneden aan. 
  2. Schroef je zonnekap op je lens en verwijder eventuele filters (zoals UV-filter). Zet je focusfunctie gelijk op handmatig (MF).
  3. Pak je camera en alle andere 'essentials' in: in ieder geval statief, extra batterijen, extra geheugenkaartjes en hoofdlamp.
  4. Eenmaal buiten: zet je statief neer en monteer je camera erop. Controleer even goed of het geheel stevig staat! 
  5. Stel je focus goed in.
  6. Richt je camera naar het noorden en maak een testshot. Controleer of je camera-instellingen (incl. focus) goed staan. 
  7. Is je foto te donker of juist overbelicht? Pas dan de ISO-waarde en/of sluitertijd aan, afhankelijk van het type Noorderlicht en wat je camera aan kan qua ISO. 
  8. Probeer tijdens het fotograferen ook te experimenteren met je compositie. Denk hierbij ook aan leuke elementen voor de voorgrond, zoals bomen, rotsen, een tipi of lavu, water (reflecties) of jezelf!
  9. Blijf tijdens het fotograferen regelmatig je foto's controleren. Zoom bijvoorbeeld in op een ster: is deze nog scherp? En ben je tevreden over je compositie? Blijf ook het histogram checken om ervoor te zorgen dat je de juiste instellingen gebruikt en je foto's niet over- of onderbelicht zijn.
  10. Vergeet vooral ook niet om ondertussen te genieten van de show! :-)